Afbeelding: Streekarchief Voorne-Putten
Afbeelding: Streekarchief Voorne-Putten

In 2022 verwelkomt Hellevoetse vuurtoren al 200 jaar schippers

Algemeen 400 keer gelezen

Bijna 200 jaar geleden werd de vuurtoren van Hellevoetsluis gebouwd. De vuurtoren is een belangrijk herkenningspunt uit de rijke maritieme historie van de stad. De vuurtoren is één van de oudste nog werkende vuurtorens van Nederland en één van de 27 actieve vuurtorens die Nederland nog telt. 

Op 20 april 1982 werd de vuurtoren bijgeschreven in het Register van de Rijksmonumenten. Rijkswaterstaat is de eigenaar.

Hellevoetsluis was tot in de 19e eeuw een belangrijke marinehaven. Vóór de komst van de vuurtoren werden de schepen gewaarschuwd door middel van een lantaarn. Rond het jaar 1742 vond men dit eigenlijk al niet meer voldoende, maar pas uiteindelijk in het jaar 1818 besloot men een ‘binnenvuur’ als baken te plaatsen op de kop van de haven. Op een gegeven moment volstond dit ook niet meer en in 1821 werd besloten dat er een stenen toren met verlichtingsstelsel mocht worden gebouwd. Er werd een bedrag van 5.800 gulden beschikbaar gesteld. Marine-architect Jan Valk ontwierp de toren. Hij was ook de ontwerper van de J.C.J. van Speijktoren in Egmond aan zee.

De Hellevoetse aannemer Klaas van Golverdingen was bij de aanbesteding voor de bouw van de vuurtoren met een bouwsom van 4.849 gulden de goedkoopste. Op 23 februari 1822 werden de contracten getekend en kon de bouw beginnen.

De vuurtoren nader beschouwd
De toren is 13.30 m. hoog, gebouwd van bakstenen en thans wit geschilderd en heeft twee verdiepingen. Rond het ijzeren lichthuis met koepel (de rode koepel was tot 1901 van koper) bevindt zich een gietijzeren omloop met balustrade, die rust op opengewerkte gietijzeren consoles. In 1899 werd een eerste verandering uitgevoerd. Er werd een zwarte band direct onder de omloop aangebracht.

De wenteltrap is van hout, 41 treden hoog, is met het ‘bloed van ossen’ donkerrood geverfd, en draait loodrecht omhoog. De duistere, krappe toren heeft een diameter van 3 meter 30. Na de steile trap kom je op een zolder, daar staat een zwart gelakt trapje van ijzer. Beklim je dat, dan kom je weer op een zolder, waar een laatste smeedijzeren trap staat die je tot een luik brengt. Na de opening hiervan sta je in het lichthuis. Daar kun je buiten rondom de vuurtoren lopen op 13,30 meter boven de grond.

De eerste vuurtorenwachter was Andries Bernardus Kemper. Hij was horlogemaker van beroep en opwinder van het stadsuurwerk. Kemper beklom de vuurtoren twee keer per nacht. Dan knipte hij het verkoolde lont van de lamp af, zodat de vlam weer helder ging branden. Het licht was te zien vanaf de zandplaat de Hinder in de Noordzee en op het Haringvliet tot aan Den Bommel.

Zoals gezegd waren de eerste lampen olielampen met een lont erin. Om deze olielampen vier maanden te laten branden waren 850 liter patentolie, 36 dozijn lampglazen en 60 dozijn lampkousjes van katoen nodig. In de toren was niet genoeg ruimte voor dit alles en daarom werd naast de toren het oliehuisje gebouwd. Ook dit was het werk van de Hellevoetse aannemer Van Golverdingen. Hij timmerde het gebouwtje van 3,5 bij 3,5 meter voor 800 gulden. Omstreeks 1930 werd het gesloopt.

Verbouwen
Na de bouw werd de toren voorzien van drie parabolische reflectoren die het licht bundelden. De toren is in 1901 ingrijpend verbouwd. De spitse kegelkap werd vervangen door een bolvormige kap met wasembol. De toren werd toen donkergroen van kleur. Het licht was tijdens de verbouwing gedurende vier maanden gedoofd.

In 1933 werd het olie gestookte licht vervangen door elektrisch licht. Tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog was het licht gedoofd. Mede doordat de toren in de oorlog beschadigd is geraakt en vanwege achterstallig onderhoud, werd er op 5 december 1951 besloten dat het gebouw volledig hersteld moest worden.

Dat zou veel geld gaan kosten en er werd overwogen om de vuurtoren te laten slopen. De bevolking verweerde zich daar heftig tegen en burgemeester Jhr. Tjalling Aedo Johan van Eysinga bracht de bezwaren tegen de sloop over in Den Haag. Daarop werd in 1952 besloten dat de vuurtoren toch mocht blijven staan. In 1961 werd de onderkant tot aan de ring boven de deur betegeld. In 1965 werd de toren volledig gerestaureerd.

In 2005 heeft de laatste grote opknapbeurt plaatsgevonden. Toen werd ook het gietijzeren hek, afkomstig van de voormalige Marinewerf, geplaatst. Sinds 2013 is de halogeen lichtinstallatie vervangen door led-verlichting.

200 jaar
In 2022 verwelkomt deze vuurtoren al 200 jaar schippers die vanaf het Haringvliet richting de haven van Hellevoetsluis varen. Eerst waren dat de schippers van de beroepsvaart en nu zijn het de mannen én vrouwen van de pleziervaart.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Het laatste nieuws