Maria en Willem hebben nog geen dag spijt gehad.
Maria en Willem hebben nog geen dag spijt gehad. Foto: Madeleine de Haas.

Nog geen dag spijt

Algemeen 228 keer gelezen

Zuidland - Willem Doorduin weet het nog precies: op 18 maart 1944 om 15.00 uur zag hij het meisje dat inmiddels al 70 jaar zijn vrouw is.

Na de MULO wilde Willem graag naar de zeevaartschool, maar als je afgestudeerd was, moest je voor de Duitsers werken. En dat was iets dat Willem vertikte, zeker na een aframmeling die hij van de Gestapo had gekregen. Hij stapte in 1941 dus maar bij zijn vader aan boord, die geen knecht had. ‘We voeren veel op Zeeland wat destijds niet echt veilig was met de laagvliegende Engelse vliegtuigen, maar we zijn gelukkig altijd heelhuids uit het gebied gekomen.’ In januari werd Zeeland onder water gezet en regelmatig werd er een tocht gemaakt om mensen te evacueren. Op 17 maart 1944 moest de boot naar St. Philipsland. ‘We moesten een boer laden en 17 ton bak- en braadvet aan boord nemen. Dat laatste ging onder strenge controle.’ Omdat het laag water was en ze dus niet konden vertrekken, ging Willem aan wal. Daar zag hij twee meisjes lopen. ‘Ik vroeg netjes om ik met ze mee mocht lopen.’

Drie maanden lang schreven Willem en Maria (Wilhelmina) Abrahamse elkaar iedere week. ‘Ik heb de eerste brief nog’, zegt Willem. Op Tweede Pinksterdag werd door beiden een reis naar Bergen op Zoom gemaakt en daar op het station kreeg Willem zijn eerste zoen.

Het varen zat Willem echt in zijn bloed. Als hij in dienst had gemoeten, dan was daar een einde aan gekomen. Gelukkig voor hem, greep een oud-officier in toen Willem en zijn vader de aanvoer van de stenen voor de herbouw van de vuurtoren van Oudorp verzorgden. Op het laatste moment kwam er een telegram dat Willem vrijgesteld was. Na het huwelijk op 27 september 1951 in Sint Philipsland kocht Willem een schip en acht jaar lang voeren Maria en de vier kinderen mee aan boord. Toen de kinderen naar school moesten, gingen zij met hun moeder in Vlaardingen wonen. ‘Ik vond het vreselijk’, zegt Maria en ook de kinderen waren er niet blij mee.

Samen met zijn broer begon Willem een scheepvaartbedrijf. Een tijdje voer hij ook op een coaster, maar toen zijn jongste zoon bang werd als hij thuis kwam, besloot hij om de zee vaarwel te zeggen en zich weer op de binnenvaart te gaan richten. Begin deze eeuw fuseerde het bedrijf met rederij Flinter, dat helaas een paar jaar geleden failliet is gegaan. Zijn ervaringen heeft Willem op schrift gesteld. ‘Tot 1973, de rest heb ik aan de mede-auteur van ‘We kwamen op diepwater’ verteld en hij heeft het uitgewerkt.’

Tot maart woonde het echtpaar in Vlaardingen met uitzicht op de Nieuwe Waterweg. Een flinke operatie voor Willem en het feit dat hij voor Maria moest zorgen die slechthorend is en bijna niets meer ziet, deed de kinderen besluiten om te kijken naar een plek in een verpleeghuis en zo kwam het echtpaar in Zuidland terecht, waar ze vandaag telefoon kregen van burgemeester Van Oosten.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Het laatste nieuws