Wim Saarloos (94), diende van 1946 tot 1949 bijna drie jaar lang in Nederlands-Indië. (Foto: Jos Uijtdehaage).
Wim Saarloos (94), diende van 1946 tot 1949 bijna drie jaar lang in Nederlands-Indië. (Foto: Jos Uijtdehaage). Foto: Jos Uijtdehaage

Westvoornse veteranen komen weer bijeen: Indië-ganger Wim Saarloos is een van hen

Actueel 498 keer gelezen

Oostvoorne – Op vrijdag (28 juni) organiseert de gemeente Westvoorne voor het tiende achtereenvolgende jaar een gemeentelijke Veteranendag. Op die dag krijgen degenen die voor hun werk of vanwege een oproep als dienstplichtige in het buitenland voor Nederland op missie waren, de gelegenheid om met gelijkgestemden bij te praten en herinneringen op te halen.

Sinds zijn komst naar het Oostvoornse zorgcentrum Leemgaarde is Wim Saarloos (94) een vaste bezoeker van de gemeentelijke Veteranendag. En ook op het Brielse bevrijdingsfestival was Saarloos de afgelopen jaren van de partij. Voor de in de polder van Hekelingen geboren en getogen 'Nederlands-Indië-ganger' is een samenzijn met mensen die net als hij oorlogssituaties en oorlogshandelingen hebben meegemaakt, van grote waarde.

Gelijkgestemden
'Alleen mensen die er zelf zijn geweest, weten wat je hebt meegemaakt,' zegt Wim. 'Onder gelijkgestemden komen verhalen bovendrijven die je met mensen die nooit in Nederlands Indië zijn geweest niet snel zal delen. Het is ook echt niet zo dat ik dagelijks over mijn diensttijd op Java praat en dat ik er altijd mee bezig ben. Maar op een reünie met oud-Indiëgangers van gedachten wisselen, is iets dat ik, net als veel van de anderen die destijds in Indonesië waren, erg op prijs stel.'
De momenten die voor oorlogsveteranen worden georganiseerd om elkaar te ontmoeten, geven blijk van de waardering voor hun inzet voor Nederland. 'Want met zulke momenten moet je het doen,' weet Wim, die 15 jaar was toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en een jaar na de oorlog op 6 november 1946, op 21 jarige leeftijd werd opgeroepen om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Saarloos kon toen nog niet bevroeden dat hij weer een jaar later zou worden uitgezonden op een missie naar Nederlands Indië die op een maand na drie jaar zou duren.

Achttien maanden
'De tijden waren echt heel anders toen,' herinnert Wim, die nog glashelder van geest is, zich. 'Als dienstplichtigen hadden we geen keuze. We moesten voor achttien maanden naar Nederlands-Indië. Dat die achttien maanden toen we er eenmaal waren, voor ons uitdraaiden op 35 maanden, was iets wat je er zomaar bij kreeg. Je zat er en niemand die je terug haalde. Je had geen keus. Voor 50 Indische roepies per maand vervulde je je dienstplicht. En toen we eindelijk terug kwamen in Nederland kreeg je honderd gulden om een burgerpak te kopen en dat was het. O ja, je kreeg ook het dringende advies om in het kader van het landsbelang niet teveel uit te wijden over het werk dat je in Nederlands-Indië had gedaan. Maar daar heb ik ook nooit zoveel behoefte toe gevoeld. De heenreis naar Tadjan Periok Batavia duurde vier weken. Ik werd gelegerd in de meester Cornelis-kazerne waar we moeste acclimatiseren. Wennen aan het voedsel, wennen aan de hitte en kennismaken met de taken die bij de dienst hoorden. De Indische nasi was ongelooflijk heet door de sambal die erin was verwerkt. Die leerde je eten door er ook banaan doorheen te prakken.'

Bandoek
Saarloos werd na zijn acclimatiseringsperiode in Bandoek gestationeerd. 'Vier maanden actieve dienst aan het front,' vertelt de Hekelinger. 'Totdat ik last kreeg van mijn knie en ik werd overgeplaatst naar een magazijn in Fjimalaken. Van daaruit werden onze voertuigen voorzien van brandstof en olie. Ik heb in de maanden dat ik daar gelegerd was heel wat van mijn maten zien sneuvelen in tal van gevechtssituaties. Wat mij er mede doorheen hielp waren de brieven die ik trouw elke week naar huis stuurde. Je wist dat die brieven tien dagen onderweg waren voordat ze aankwamen, maar het was het enige contact dat je met het thuisfront had. En thuis wachtte Pie tot ik terug zou komen. In februari waren Pie en ik 68 jaar getrouwd en ik ben haar nog altijd dankbaar dat ze destijds bijna drie jaar op me heeft gewacht. Want dat het ook anders kan, weet ik van veel van mijn mede-Indiëgangers. Zeker bij degenen bij wie 18 maanden net als bij mij er 35 werden, wachtten hun vriendinnen in Nederland echt geen drie jaar.'

Niet zwaaien, maar draaien
De aankomst van Wim bij zijn terugkeer naar Nederland was onvergetelijk. In Amsterdam wachtte Pie op hem aan de kade. 'We hadden afgesproken hoe we naar elkaar zouden zwaaien als Wim binnen kwam,' zegt Pie (91). 'Het was geen zwaaien, maar draaien met de arm, want iedereen zwaaide natuurlijk en dan was er geen beginnen aan om elkaar van zo'n afstand te herkennen.'
Een jaar na zijn terugkeer naar Nederland trouwde Wim met zijn Pie. Ze gingen boeren in de polder van Hekelingen, iets wat Saarloos tot zijn zestigste deed. 'Een geweer heb ik sinds mijn Indië-tijd noot meer aangeraakt,' zegt Wim. 'Dat wilde ik niet meer. Er zijn op mijn grond genoeg jachtpartijen geweest, maar ik wilde er nooit aan meedoen. Ik wilde gewoon nooit meer schieten. Ik heb mijn eigen manier gevonden om mijn periode in Indië een plaats te geven. Van nazorg of geestelijke bijstand had in die tijd nog nooit iemand gehoord.'

Zoon
Toen zijn zoon de boerderij overnam, verhuisden Wim en Pie naar Burgh-Haamstede, waar ze dertig jaar lang met plezier woonden. Vier jaar geleden, kwam het echtpaar naar Oostvoorne, waar Annelien Boudelijn, een van de drie dochters van Wim en Pie woont. Wim rijdt nog bijna dagelijks zijn rondje op de fiets door Oostvoorne. En zolang het lichaam het toestaat is hij ook vast van plan om de bijeenkomsten voor veteranen te blijven bezoeken. 'Maar er komen steeds minder mensen op de reünies die we organiseren met de mensen met wie ik op Java was gelegerd,' zegt Wim. 'Mensen overlijden of kunnen het fysiek niet meer aan om uit huis te gaan. In 1994 ben ik met Pie en wat oude dienstmaten en hun partners terug geweest in Indonesië. We hebben de plaatsen bezocht, waar we gelegerd waren en we hebben kransen gelegd bij de graven van onze gesneuvelde dienstmakkers. Ik heb nooit spijt gehad van die reis.'     

fotografie: Jos Uijtdehaage        

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Het laatste nieuws