In het jaar 1888 werd in Nieuw Helvoet de schrijver/dichter Jan Greshoff geboren en op zijn 21e publiceerde hij zijn eerste werk. In 1908 begon hij zijn carriere als journalist.

Zijn bekendste gedicht is ongetwijfeld 'Liefdesverklaring' waarvan de eerste zin: 'Ik hou zo van die donk're burgerheren' net als de laatste zin 'Maar 't kan verkeren' nogal eens al citaat worden gebruikt. Dat gedicht koos ik dus niet. In het boek Afscheid van Europa (1969) blikt Greshoff terug op zijn (literaire) leven en haalt hij herinneringen op aan veel bekende vrienden, onder wie Adriaan Roland Holst, J.C. Bloem en J. Slauerhoff. De roman Kaas van Willem Elsschot is opgedragen aan Greshoff. In 1967 werd Greshoff de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre toegekend. In 1978 werd door de Jan Campertstichting in Den Haag de tweejaarlijkse Jan Greshoff-prijs ingesteld voor essays.. Sinds enkele jaren kent de Hellevoetse dichters en schrijversbuurt ook een Jan Greshoff straat

Voor een onbekende

Ik heb u nooit gezien, ik ken u niet,
Uwe ogen noch de ovaal van uw gelaat;
Maar nu gij raaklings langs mijn leven gaat
Wekt gij, waarom?, een onvermoed verdriet.

Zij die 'k met de uitverkoren namen noem
Stond naast u, toen een doodvermoeide vrouw,
En uit de plooien van haar kleed van rouw
Hing haar hand neer als een verlepte bloem.

Hoe bang, hoe hopeloos is dit gebaar:
Zij vreest zichzelf verlaten en vervloekt.
Maar gij gaat verder, god weet wat ge zoekt.
Zó zwijgend scheiden vreemden van elkaar.

Dit was het bitter einde van een waan.
Ik heb u nooit gezien, ik ken u niet;
En toch voor u dit vaagbedroefde lied
Nu gij alléén uw weg moet gaan.