De wilde peen en de pastinaak zijn planten uit de schermbloemfamilie.
De wilde peen en de pastinaak zijn planten uit de schermbloemfamilie. Foto: Marias Velthuizen

Planten met een tweede groeispurt

Dirksland - In de vroege zomer worden de meeste wegbermen gemaaid. Op de gemaaide plekken staan nu veel bloeiende planten. Twee daarvan zijn de wilde peen en de pastinaak. Beide planten zijn tweejarig. Ze groeien beide met een penwortel. Het eerste jaar slaat de plant veel voedsel op in de penwortel. Dit reservevoedsel is nodig voor de bloei en de zaadvorming in het tweede jaar. Nu wordt de plant afgemaaid voor de bloei. Al het reservevoedsel uit de wortel is nog niet gebruikt. De plant kan zich nu met het overgebleven voedsel herstellen en tot bloei en zaadvorming komen.

De wilde peen en de pastinaak zijn planten uit de schermbloemfamilie. Het bloemscherm van de wilde peen bestaat uit heel veel kleine bloemetjes. De bloemetjes zijn wit, soms roze. In het midden staat veelal een donker plukje. Het scherm begint aan de buitenkant te bloeien. Na de bloei buigen de stralen naar binnen. Er ontstaat een soort vogelnestje. De wortels kunnen goed gegeten worden. Je moet ze wel in het eerste jaar oogsten. Het nadeel is dat de plant dan snel verward wordt met giftige plantensoorten die er veel op lijken. Wil je de wilde peen eens proeven? Verzamel wat zaad en zaai dat in de tuin. Pas in oktober oogsten. De wortels ontwikkelen zich laat in de zomer.

De pastinaak bloeit geel. De pastinaak komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. De Romeinse soldaten namen de plant mee naar het noorden. De wortel is voor de komst van de aardappel een belangrijk voedsel. De wortels zijn heel lang en daarom doet de plant het niet zo goed op kleigrond. Als groente zijn de wortels nog te koop. Let eens op de wegbermen om de planten zelf te vinden.

Door Marias Velthuizen